Dat poep uitstekend werkt om de bodem vruchtbaarder te maken, was al bekend. Maar dat het een enorm belangrijke rol speelt in het vruchtbaar houden van de aarde, is nieuw. Hoe meer dieren uitsterven, hoe minder voedingsstoffen ‘rondreizen’ over onze planeet.
Dieren zorgen ervoor dat voedingsstoffen niet blijven liggen op één plek. Er is zelfs sprake van natuurlijke transportketens.
Neem walvissen. Met hun ongebreidelde eetlust en enorme ladingen poep, bemesten ze de aarde. Walvissen zorgen ervoor dat de stof fosfor van de bodem van de oceanen naar het oppervlak komt. Blauwe vinvissen, het grootste creatuur op aarde, maken soms trektochten van duizenden kilometers. Ze eten twee ton garnaalachtige beestjes per dag.
De voeding voor het zoogdier zelf, blijft in het lichaam, maar al het andere – zoals zink, ijzer en dus fosfor – poept de walvis uit bij het oppervlak. Zalmen nemen het vanaf de oppervlakte, waar zij eten, mee naar rivieren.
Als een beer zo’n zalm bij een waterval vangt, is de fosfor al ver op het vasteland. Het komt voor dat voedingsstoffen in gebergtes te traceren zijn naar migrerende vissen, zoals die zalm.
Minder grote dieren
Onderzoekers onder leiding van Christopher Doughty van de Universiteit van Oxford hebben ontdekt dat lagere populaties van olifanten en walvissen een enorm effect hebben op deze cyclus. Donderdag publiceren ze hun onderzoek in een Amerikaans wetenschapsblad.
"Dieren spelen een belangrijke rol in het transporteren van voedingsstoffen, maar deze rol is afgenomen omdat veel grote dieren zijn uitgestorven of enorme populatieverminderingen hebben gekend", staat te lezen in het onderzoek, waaraan ook een wetenschapper van de Wageningen Universiteit meewerkte.
Volgens de onderzoekers is de capaciteit van walvissen om fosfor te verplaatsen met 77 procent gedaald omdat er zo weinig van de zoogdieren over zijn. Ooit waren er tien keer meer walvissen dan nu, twintig keer meer zalmen en tien keer meer grote planteneters zoals mammoeten. Van de blauwe vinvis alleen al zijn er naar schatting nog slechts 25.000 in de wereldzeeën, wellicht nog maar 1 procent van wat het ooit was.
'We kijken naar verpauperde planeet'
Dat nu pas aan het licht komt dat grote zee- en landdieren een rol spelen in deze keten is niet gek. De heersende theorie was dat fosfor vanuit gesteente de natuur inkomt. Een van de onderzoekers, bioloog Joe Roman van de Harvard-universiteit, zegt: "We kijken naar een verpauperde planeet waar dit soort grote dieren afwezig zijn. Dus uiteraard denken we zo. Maar als je terug gaat kijken in de tijd, zie je dat deze dieren een enorme rol gespeeld kunnen hebben."
In totaal is de 'vervoerscapaciteit' van 's werelds fauna met 6 procent gedaald. Een gebrek aan de natuurlijke stroom van kunstmest via dierenpoep, kan leiden tot problemen in de landbouw en visserij. De onderzoekers hebben de acute effecten op deze sectoren nog niet bekeken, maar weten wel dat bescherming van walvissen en grote landdieren een positief effect zal hebben.